dinsdag 19 juni 2018
BLOG: Grenzeloos werken in de WMO
Freek Erens, Productmanager Adapcare.
Juni 2018
Een visie op ketensamenwerking
Een werkloze man met een verstandelijke beperking heeft problemen met zijn relatie, zijn financiën, zijn huisvesting en zijn gezondheid. Er is geen enkele organisatie die alle competenties in huis heeft om deze man goed te helpen. Natuurlijk kan hij zelf bij verschillende organisaties aankloppen, maar zelfs zonder verstandelijke beperking is dat niet eenvoudig. En als het al lukt om de juiste organisaties te vinden, hoe zorg je er dan voor dat de zorg en begeleiding goed op elkaar zijn afgestemd?
Ondersteuning van de burger vraagt om samenwerking van ketenpartners in de regio. Om samen te werken moet een aantal zaken geregeld zijn: de wil om samen te werken, de financiële middelen én een goede informatievoorziening. Dat laatste is niet eenvoudig, de ECD’s in de Care zijn begrensd op de grenzen van de organisatie. Natuurlijk zijn er koppelingen met andere systemen (personeel en salaris, boekhouding, laboratoriumuitslagen, enzovoort), maar die faciliteren het uitwisselen van gegevens tussen systemen, niet het samenwerken van mensen van verschillende organisaties.
Op landelijk niveau wordt er daarom gewerkt aan de ontwikkeling van Zorginformatiebouwstenen (ZIB’s), gestandaardiseerde bouwstenen om gegevens tussen systemen te delen. Voorbeelden van dergelijke ZIB’s zijn naam, adres, gezinssituatie, bloeddruk, gewicht, diagnose en medicatie. Een eerste toepassingsgebied is de elektronische verpleegkundige overdracht (eOverdracht), een tweede het delen van gegevens uit ECD’s en EPD’s met persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s). ZIB’s zijn een grote stap vooruit omdat ze één taal bieden voor het uitwisselen van gegevens. De ZIB’s worden tussen organisaties gedeeld als een soort van mailwisseling, ze bieden echter nog geen workflow om bijvoorbeeld samen met de cliënt een ondersteuningsplan op te stellen.
In Brabant wordt een alternatieve aanpak geïmplementeerd. Enkele tientallen organisaties richten voor de WMO een coöperatie op, waarbij ze zonder grenzen willen samenwerken in één ECD: geen ICT-eilanden meer. Elke organisatie heeft z’n eigen veilige werkruimte in het ECD en ziet alleen die cliënten waarmee hij een relatie heeft. Daarmee voldoet deze aanpak aan de WGBO en de AVG.
In het voorbeeld van de werkeloze man: het proces start met de case-coördinator die de intake met de man uitvoert. De case-coördinator, die in dienst is bij de gemeente of één van de aangesloten zorgorganisaties, nodigt een aantal ketenpartners uit op het dossier van de man, elk op hun eigen domein. De woningbouwcorporatie ziet het domein ‘huisvesting’, de schuldhulpverlening het domein ‘financiën’, de psycholoog het domein ‘geestelijke gezondheid’ en de VG-organisatie bijvoorbeeld de domeinen ‘inkomen’ en ‘werk & opleiding’. De man krijgt samen met de case-coördinator toegang tot alle domeinen. Samen kunnen ze de regie nemen in de hulpverlening. Net als bij ZIB’s spreekt iedereen één taal om gegevens te delen, maar het ECD biedt nu ook de workflow voor het samenwerken.
Met ZIB’s en een grenzeloos ECD zijn er nu twee oplossingen beschikbaar die elkaar goed aanvullen. ZIB’s voor de incidentele gegevensuitwisseling en een grenzeloos ECD wanneer procesgerichte samenwerking nodig is. De combinatie van beiden moet zeker gaan helpen om de grenzen in de WMO te overbruggen.