dinsdag 22 oktober 2024

In gesprek met: Sylvia Heijnen-Kohl

Maak kennis met Sylvia, klinisch psycholoog en zorgdirecteur ouderen bij GGZ-organisatie Mondriaan. We spraken met haar over het gezonder maken van de regio Limburg en het ECD als spiegel van de organisatie.

Adapcare: Kun je ons iets vertellen over jezelf en je rol bij Mondriaan?

Sylvia: Ik werk als zorgdirecteur ouderen en klinisch psycholoog bij Mondriaan. Als zorgdirecteur houd ik me ook bezig met zorg en ICT. Ik ben verbonden aan de Zorg- en ICT-commissie die voorheen dossiercommissie werd genoemd. Daarnaast ben ik voorzitter van de Autorisatiecommissie, die toezicht houdt op de inrichting van toegang tot onze applicaties voor zorgmedewerkers. Op deze manier raakte ik betrokken bij het ECD-traject.

Adapcare: Hoe is jouw interesse in ICT ontstaan?

Sylvia: Ik heb geen ICT-achtergrond, maar ik heb wel een sterke interesse in dit gebied. Het is belangrijk om de verbinding met de zorginhoud te behouden. De vraagstukken rondom het organiseren van zorg en de inzet van nieuwe technologieën vind ik heel interessant. Het contrast met andere sectoren, waar alles al geoptimaliseerd en opgeschaald is, laat zien dat dit in de zorg niet één-op-één toegepast kan worden en we zoeken naar manieren om dit wel te doen en waar ruimte is voor verbetering.

“Ouderen bleek een enorm boeiend vakgebied. De combinatie van psychisch functioneren, het veranderende brein en lichaam, samen met de neuropsychologische aspecten en het werken met families ben ik altijd heel interessant blijven vinden.”

Adapcare: In een ander interview vertelde je dat je psychologie hebt gestudeerd in Nijmegen en dat je je gespecialiseerd hebt in ouderenpsychologie. Het was interessant om te lezen dat je deze specialisatie koos om je kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Dat lijkt nu met een groot tekort aan klinisch psychologen en zorgpersoneel bijna onvoorstelbaar.

Sylvia: Ik koos ervoor psychologie te studeren met het doel in de zorg te werken. Destijds waren de opleidingen al groot, en studenten werden enigszins ontmoedigd met opmerkingen als: ‘Denk maar niet dat je therapeut wordt, er zijn maar weinig plekken’. Er waren verschillende afstudeerrichtingen, waaronder een die zich richtte op ouderen. Daar ben ik me in gaan verdiepen om vervolgens met ouderen te gaan werken. Dat bleek een enorm boeiend vakgebied te zijn. De combinatie van psychisch functioneren, het veranderende brein en lichaam, samen met de neuropsychologische aspecten en het werken met families ben ik altijd heel interessant blijven vinden.

Adapcare: Vanaf welke leeftijd val je onder de categorie ‘ouderen’ bij Mondriaan?

Sylvia: Bij Mondriaan hanteren we grofweg de leeftijd van 65 jaar, maar dit is afhankelijk van de conditie van de cliënt. Naarmate mensen ouder worden, zien we dat langdurig psychiatrisch zieke mensen vaak sneller verouderen, waardoor we soms al vanaf 50 jaar ouderenbehandeling inzetten. Tegelijkertijd hebben we ook ouderen van 70 jaar die nog zeer vitaal zijn en geen specifieke ouderenbenadering nodig hebben. Het hangt dus af van zowel de levensfase als de conditie. Hoewel we 65 jaar als richtlijn hanteren, kunnen we daar individueel van afwijken. Elke GGZ-instelling stelt daarin een eigen grens, of kiest ervoor dat niet te doen. Verpleeghuizen hanteren vaak helemaal geen leeftijdsgrens. Hoewel het ouderenzorginstellingen zijn, bieden ze ook revalidatiezorg aan, ongeacht leeftijd, bijvoorbeeld wanneer iemand ziek wordt en thuiszorg of revalidatie nodig heeft."

Adapcare: Wat maakt Mondriaan uniek als organisatie?

Sylvia: Mondriaan is een organisatie die de complexere of zwaardere ggz-problematiek behandelt, met ook een hele sterke maatschappelijke verantwoordelijkheid. We vinden het cruciaal dat we in de regio een rol spelen in het opvangen van mensen die het moeilijk hebben, en daar nemen we dan ook graag onze verantwoordelijkheid in. Daarnaast richten we ons op preventie en participatie. Kortom een waardevol totaal-aanbod

We bieden zeer specialistische behandelingen van hoge kwaliteit aan, vooral voor groepen die elders vaak niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Mondriaan is een grote organisatie met veel verschillende functies. Zo hebben we klinieken en een spoeddienst, waardoor we 24-uurszorg kunnen leveren. Onze verschillende afdelingen en teams kennen vaste bezettingen maar er wordt  door professionals ook in verschillende teams gewerkt. Een psychiater of sociaal psychiatrisch verpleegkundige draait bijvoorbeeld  afdeling  ook mee in de spoeddienst. Bij krapte in de bezetting wordt er over de hele organisatie gekeken wie er inzetbaar is.

Ons zorgaanbod varieert van acute opnames tot langdurige zorg en begeleiding. Denk aan psychiatrische behandeling met medicatie, gesprekstherapie, psychotherapie of vaktherapie. We hebben een grote groep vaktherapeuten die verschillende aanvullende therapieën, bijvoorbeeld psychomotore therapie of ergotherapie, aanbieden. Daarnaast hebben we een afdeling voor verslavingszorg en een forensische tak, waarin we werken met moeilijkere doelgroepen die vaak niet door kleinere GGZ-praktijken worden behandeld.

“Zuid-Limburg is geen makkelijke regio; we hebben hier behoorlijk wat sociaal-economische uitdagingen.”

Zuid-Limburg is geen makkelijke regio; we hebben hier behoorlijk wat sociaal-economische uitdagingen. Bovendien zitten we hier nogal geïsoleerd, in het uiterste puntje van Nederland. Soms voelt het alsof we een beetje vergeten worden. Dat zijn uitdagingen waar we samen met de gemeentes, financiers, zorgverzekeraars en het zorgkantoor hard aan werken om ervoor te zorgen dat de regio gezonder en beter wordt.

Adapcare: Wat betekent het brede en gevarieerde zorgaanbod  voor de processen binnen jullie organisatie? Hoe houden jullie in de organisatie al die vormen van zorg bij elkaar?

Sylvia: De zorg binnen Mondriaan varieert van heel individueel, tot aan hele teams die betrokken zijn. Iedereen werkt aan hetzelfde doel. Het nieuwe EPD moest daar bij aansluiten en bij passen en dat is inderdaad een uitdaging.

Adapcare: Wanneer je in het ECD kijkt, zie je dan de complexiteit van de organisatie terug, en worden de keuzes van de organisatie ook duidelijker? Als een soort spiegel van de organisatie?

Sylvia: Jazeker. Dat had ik me van tevoren eerlijk gezegd niet zo gerealiseerd. Ik ken de GGZ nog vanuit de tijd van schriftelijke dossiers, waarin je diagnoses, behandelplannen, rapportages en brieven vastlegde. Wat ik me niet eerder had beseft, is hoeveel keuzes er in zo’n systeem zitten en dat je daarin ook terugziet hoe je als organisatie werkt.

Adapcare: Is de keuze voor het ECD Pluriform Zorg met name gebaseerd op het ondersteunen van die complexe processen?

Sylvia: Ja. We kozen ook voor een systeem waarmee we veel meer zouden kunnen doen, zoals de communicatie over patiënten en het beheer van wachtlijsten. Dat was ons doel: alles rondom de patiënt binnen het ECD kunnen doen. Momenteel wordt het systeem vooral registratief gebruikt, we zijn aan het werk hoe we het ECD nog meer procesondersteunend kunnen inzetten. Bijvoorbeeld door het inplannen van geplande zorgpaden.

Adapcare: Wat zie je als de sterke punten van het huidige ECD?

Sylvia: De metrolijn is superduidelijk, die begeleidt je in het proces van het methodisch werken. Het maken van een afspraak vanuit een journaalregel gaat moeiteloos, dat is echt een pluspunt. De registratieformulieren zijn ook gebruiksvriendelijk en goed terug te vinden, wat belangrijk is voor een gestroomlijnd proces. Er zijn inmiddels teams waar de mensen echt handig zijn met de planning. Onze fysiotherapeuten bijvoorbeeld hebben dat helemaal ingericht met ‘wekkers’ en ‘opvolgacties’. Tegelijkertijd zien we ook nog mogelijkheden om onze processen en de aansluiting daarop van Pluriform Zorg te vereenvoudigen.

Adapcare: Hoe kijk jij naar de toekomst?

Sylvia: Ik geloof dat we, en dat komt ook terug in het Integraal Zorgakkoord, veel meer samen moeten werken. Onze kracht ligt in de specifieke groep mensen die aan de rand van het spectrum van psychische aandoeningen staan. Met de deskundigheid en het inzicht in de behoeften van mensen en de werking van onze samenleving, zou het ideaal zijn als minder mensen bij de specialistische GGZ hoeven aan te kloppen. We kunnen dit veel maatschappelijker aanpakken, in sterkere verbinding met elkaar. Dit staat los van de inzet van technologie.

Adapcare: Bedoel je daarmee ook preventieve zorg?

Sylvia: Ja. We zien al dat mensen zelf op zoek gaan naar informatie en oplossingen. Het is fijn als technologie hierbij kan helpen om betrouwbare informatie te bieden en mensen te ondersteunen in hun keuzes. De specifieke zorgprocessen binnen de complexe GGZ blijven echter belangrijk, en daar zie ik niet snel grote veranderingen in. Maar door te investeren in GGZ kunnen we veel leed voorkomen en uiteindelijk ook kosten besparen.

Adapcare: Ligt de oplossing voor de GGZ deels in het sociaal domein?

Sylvia: Absoluut, in elk geval voor een deel. We leven in een samenleving die erg individualistisch is, kijk maar naar hoe mensen wonen en werken. Het sociale domein richt zich juist meer op de gemeenschap, en ik zie dat steeds meer terugkomen. Niet meer zoals vroeger via de kerk of traditionele gemeenschappen, maar we hebben wel weer gemeenschappen nodig. Gemeentes en het sociale domein kunnen daar zeker bij helpen.

‘We moeten een balans vinden tussen kwaliteit en eenvoud, zodat we de zorg betaalbaar en efficiënt kunnen houden.’

Adapcare: Zou je terug willen naar een papieren systeem?

Sylvia: Nee. Maar door de hoge kwaliteitseisen en maximale controle vanuit wetgeving is de manier van werken in de GGZ complex en duur geworden. We moeten een balans vinden tussen kwaliteit en eenvoud, zodat we de zorg betaalbaar en efficiënt kunnen houden.

Hoewel het uitdagend is, denk ik dat we met de juiste aanpassingen onze processen en daarmee het ECD simpeler en gebruiksvriendelijker kunnen maken. Het is een proces van voortdurende verbetering, en ik ben ervan overtuigd dat we samen de juiste stappen zullen zetten.